Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


zondag 13 januari 2013

Rosita Steenbeek – Amsterdam-Delphi, op de fiets naar het orakel

(Gerecenseerd omdat ik dat zelf nodig vond )
genre: reisverslag
uitgever: De Arbeiderspers
uitgegeven: mei 2012

Korte samenvatting: Rosita Steenbeek heeft nog nooit een echte meerdaagse fietstocht gemaakt, maar in een opwelling besluit ze om ongetraind met haar veel jongere en sterkere vriend Art Khachatrian van Amsterdam naar Delphi te fietsen. In haar reisverslag beschrijft ze niet alleen de reis en de omgeving, maar ook de botsingen tussen de twee totaal verschillende karakters, alsmede het afzien, de emoties, de Romeinse en Griekse geschiedenis, enkele filosofische beschouwingen, een aantal jeugdervaringen, haar relaties met Tonino Guerra en Frederico Fellini, veel fietserslatijn over verschillende merken, types, onderdelen en nog veel en veel meer.

Hoewel Rosita Steenbeek al 18 jaar publiceert en we ongeveer van dezelfde leeftijd zijn, had ik nooit eerder iets van haar gelezen. Haar naam was me wel bekend, maar de onderwerpen van haar Italiaans getinte boeken spraken me op voorhand al niet zo aan. Haar laatste boek, Amsterdam-Delphi, stond in de bibliotheek bij de hardlopers, daarbij  werd het me nog eens extra aangeraden omdat dit me zeker zou interesseren: reisverslag, geschiedenis en cultuur bijeen. Ik besloot dan ook om het te lezen.

Dat lezen bleek uiteindelijk veel moeite te kosten. De tekst loopt niet, het boek wringt en ik ergerde me er soms gruwelijk aan. Om het zó ver te brengen, moet er echt veel aan de hand zijn. Ik heb geprobeerd te analyseren wat mijn ergernis veroorzaakt.

Het begint al met de bijvoeglijke naamwoorden. Steenbeek geeft een ruime meerderheid van de zelfstandige naamwoorden een bijvoeglijk naamwoord, het merendeel daarvan zegt niets of voegt niets toe, zoals elegant pak; mooi traject; zware klim; zwaar weer. Voor iedereen houden deze termen iets anders in. Omschrijf wat je bedoelt, maak het beeldend, zodat de lezer het ook echt voor zich ziet. Dán pas, en alleen dan, trek je een lezer ín de tekst. Dan ervaart de lezer de tekst alsof hij/zij het zelf meemaakt. 
Ander voorbeeld: Steenbeek sluit het hoofdstuk met de hierboven geciteerde kwalificaties af met de zin 'Het was de zwaarste dag van de reis en tegelijk de meest spectaculaire'. Uit de hele voorgaande tekst was me dit niet gebleken, omdat de zwaarte alleen maar werd weergegeven in bijvoeglijke naamwoorden die Steenbeek steeds opnieuw voor elk traject gebruikt. Ik wil zoiets als lezer zélf voelen en ervaren!

Een andere manier om een lezer in de tekst te trekken, is direct taalgebruik. Waar Steenbeek bijvoorbeeld schrijft 'Dan stelt hij voor om naar het kleine eiland te zwemmen', had ze ook kunnen schrijven ' ”Zullen we naar dat kleine eiland zwemmen?” ' In het hele boek beschrijft Steenbeek vaker wat er gezegd wordt, dan dat ze het citeert. Dat is jammer.

Verder mis ik de verdieping. Ik heb zelf vijf trektochten gemaakt: op de fiets, te paard en met een huifkar. Allemaal door Nederland en allemaal maar een tot twee weken lang, het staat dus niet in verhouding tot de fietstocht van Amsterdam naar Delphi. Net als Steenbeek en Kachatrian hebben mijn partner en ik alles zelf georganiseerd en was er geen organisatie om op terug te vallen, of waren er geen medereizigers. In sommige opzichten zou de tocht enigszins vergelijkbaar moeten zijn. Bij ons ontstond er binnen twee dagen in het ritme van de trappers of de paardenstappen al een cadans, een mantra. Uur na uur, dag na dag, viel er iets van me af, kwam ik meer tot de kern. Steeds meer dingen werden bijzaak. Ik leefde alleen nog maar in het hier en nu, al het andere was niet meer belangrijk.
Ik zie mezelf niet als filosoof of als spiritueel onderlegd, toch had ik tijdens mijn reizen elke keer weer een ervaring die heel dicht bij filosofie en spiritualiteit komt. Zoiets miste ik echt in Steenbeeks boek. Pas op het allerlaatst, in Delphi, blijkt min of meer dat Steenbeek zoiets tijdens haar tocht wel heeft ervaren. Schrijf er dan ook over!

Waar schrijft Steenbeek dan wel over? Over alle mogelijke merken fietsen en fietsonderdelen. Ze zet niet haar versnelling een tandje bij, maar haar Rohloff. Ze knijpt niet in haar remmen, maar in haar Hopes en zo gaat het maar door. Dit irriteert mateloos, ik heb me vaker afgevraagd welke fietsenmaker dit boek of de reis sponsorde. Ook ergerde ik me aan de korte, niet samenhangende zinnetjes, waarin Steenbeek van de hak op de tak springt.
Verder beschrijft ze veel historische feiten. Wát Steenbeek aanhaalt is heel terecht, maar de manier waaróp ze het doet, geeft soms een overkill.

Ook hinderlijk: dit boek wemelt van de bruggetjes als 'even later zie ik...', 'verderop gaan we...', 'als we verdergaan...'. Zoiets kan best, maar dan met mate. In Amsterdam-Delphi gaat het irriteren.

Is er dan iets dat wél positief is? Ja. Steenbeek laat de lezer zien en zelfs min of meer ervaren hoe het op dit moment in Griekenland is. Hoe de crisis de maatschappij ontwricht en hoe het toerisme bijna verdwenen is. En ook als Steenbeek er echt helemaal er doorheen zit en bang is nooit meer van een onafzienbaar lange landtong af te komen, dán kan ze wel vanuit haar tenen schrijven. Maar het is zo jammer dat ze voor zo'n beschrijving eerst zelf echt helemaal tot in het putje moet. 

Het mag wel duidelijk zijn dat ik dit boek niet echt een aanrader vind.

Geen opmerkingen: