Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


maandag 11 april 2016

Overleven in een Kafkaëske nachtmerrie

Rodaan Al Galidi - Hoe ik talent voor het leven kreeg










Stel nou dat Franz Kafka niet zijn hele leven last had gehad van depressies, fobieën of stress, maar dat hij wel over de thema's zou schrijven waar we hem van kennen. Stel nou dat de hopeloosheid, de onheilspellende nachtmerrieachtige sfeer, de vervreemding en absurditeit, de vervolging en het surrealisme door die positief ingestelde Kafka opnieuw beschreven zouden worden. Oké, met zulke thema's zou hij natuurlijk niet altijd even leuk of gezellig kunnen zijn, maar laten we ervan uitgaan dat die nieuwe Kafka in zijn grondbeginselen positief is ingesteld. En vooruit, een klein beetje zwarte humor van die oude Kafka past daar op zijn tijd ook nog wel bij…
Ik denk dat die schrijver dan geen Kafka, maar Rodaan Al Galidi zou heten. 

Sinds Al Galidi half januari zijn nieuwste boek uitbracht, is er al ontzettend veel over geschreven. En als ik eerlijk moet zijn, blog ik niet graag over zo'n veelbesproken boek. Want wat heb ik nog toe te voegen aan de vele loftuitingen die al verschenen zijn? Toch is dit boek zó bijzonder dat ik er een uitzondering voor maak. Maar gezien de hoeveelheid reeds verschenen recensies, ga ik het accent verleggen. Ik vertel wat het boek met mij doet. 

Voor die enkeling die mijn blog alleen maar volgt omdat het mijn blog is ;) en die de hausse aan publiciteit rond dit boek heeft gemist: Rodaan Al Galidi schrijft over Semmier, die na zijn afstuderen in 1991 uit Irak vlucht om te voorkomen dat hij als kanonnenvlees wordt ingelijfd in het leger van Saddam Hoessein. Na een zwerftocht van zeven jaar door zuid-oost Azië, kan hij in 1998 een vals Nederlands paspoort kopen en vliegt hij naar Schiphol. Zodra hij uit het vliegtuig stapt gaat Semmier de procedure in, via tijdelijke opvang komt hij in een AZC terecht waar het lange wachten begint. Asielzoekers mogen niet werken, niet studeren, helemaal niks. Ze wachten. En dat escaleert soms. Of eigenlijk moet ik zeggen: het valt nog mee dat het niet vaker escaleert. 
Semmier verliest na jaren uiteindelijk de procedure en moet vertrekken, maar vertrekt niet. En dan, in 2007, valt hij onder het generaal pardon waarmee de regering in één keer een schone lei wil maken. 

Inburgeringsexamen
Dit boek wordt gebracht als fictie, maar is tegelijkertijd óók heel erg het verhaal van auteur Al Galidi zelf. En hoewel het gebeuren al meer dan 10 jaar achter hem ligt, is de ellende nog steeds niet over. Want -en dat staat niet meer in het boek- in 2011 is hij gezakt voor zijn inburgeringsexamen. Vanaf dat moment kan hij zomaar een keer het land worden uitgezet.

Nou ben ik zelf geboren en getogen Nederlandse, met ouders en voorouders die voor zover we na kunnen gaan allemaal uit Brabant komen. Ik heb in de jaren '80 en '90 als maatschappelijk werkster gewerkt en daarna nog eens vijftien jaar als journalist en deeltijd pedagogisch medewerker. Dan zou ik verwachten dat zo'n inburgeringsexamen voor mij een eitje zou zijn. Maar nog niet zo lang geleden heeft iemand die ik ken zo'n examen af moeten leggen en ik kreeg achteraf wat vragen doorgespeeld. Echt, die zijn onvoorstelbaar. "Hoeveel afvalbakken mag je in de tuin hebben staan?" Dat hangt toch af van de gemeente? Hier in Oss hebben de inwoners van de stad één bak voor restafval en één voor gft, maar in een aantal van de 23 dorpen en buurtschappen die ook bij de gemeente Oss horen, hebben ze ook nog een extra afvalbak voor plastic. In buurgemeente 's-Hertogenbosch hebben ze juist een een extra afvalbak in de tuin voor oud papier. En Nijmegen doet alles zónder bak, daar werken ze met afvalzakken. En dan nog. Er zijn regels voor wat je aan de straat mag zetten, maar er is geen regel hoeveel bakken je in de tuin mag hebben staan. Maar neen, voor het inburgeringsexamen moet je een landelijk geldend antwoord geven. En dat kan dus niet.
Nog zo'n voorbeeld: hoe lang duurt het voordat een vrouw na haar bevalling weer gaat menstrueren? Als moeder van twee kinderen en als dochter, zus, 
familielid, vriendin of collega van vrouwen die ook ooit kinderen kregen, kan ik jullie vertellen dat zoiets per vrouw en per bevalling verschilt. Surprise-surprise, maar geen twee vrouwen en geen twee zwangerschappen zijn in dat opzicht hetzelfde. En weer vraagt het inburgeringsexamen naar één algemeen geldend antwoord en dat bestaat er dus niet. 

Zo kan ik dus nog wel even doorgaan, want zo zijn er nog veel meer vreemde vragen. Is het dan gek dat iemand voor dat inburgeringsexamen zakt? Ik vind het eerder gek dat er mensen zijn die ervoor geslaagd zijn.
Al Galidi, die al jaren rechtstreeks in het Nederlands schrijft, -dicht en -publiceert en daarbij feilloos de vinger op de zere plek van onze maatschappij legt, hoeft zich nergens voor te schamen. Hij mag eerder trots zijn dat hij door te zakken heeft aangetoond een autonoom denker te zijn, iemand die geen stompzinnige nietszeggende antwoorden van buiten leert, maar zijn gezonde verstand laat werken. 

Onmacht
Maar goed, terug naar het boek. Want mijn ergernis over de wassen neus van het inburgeringsexamen is weliswaar wel gerelateerd aan dit boek, maar komt er niet rechtstreeks uit voort. Ik ergerde mij hier al heel lang aan.
Al Galidi beschrijft zijn ervaringen min of meer chronologisch. Hij vertelt over het onbegrip bij ambtenaren, maar ook over zijn eigen onbegrip wat betreft Nederlandse regels en gebruiken. Over mensen die vooraf al invullen wat ze vanuit hun eigen referentiekader van jou verwachten, maar dat is dus iets heel anders dan wat je zelf denkt dat goed is. Hij vertelt over macht en onmacht, over vervelende pesterijtjes en over het feit dat je als asielzoeker overal aan het kortste eind trekt. Want als er iets is gebeurd, heb jij het per definitie gedaan. 
En ja, de deur stond 24 uur per dag open, maar al gauw ontdekte ik, net als alle andere asielzoekers, dat het leven buiten het AZC moeilijk is. Als je op de verkeerde plek bent op het verkeerde moment, dan is de asielzoeker altijd de schuldige. (p. 168)
Bij elk probleem buiten het AZC waar de asielzoeker bij betrokken is, is hij de schuldige. Altijd. Ongeacht het soort probleem of wie begon. Altijd moet de asielzoeker zich aanpassen aan de buitenwereld, gehoorzaam zijn en onderdanig, of nog liever, onzichtbaar. (p.171)
Het wachten, het bijna eeuwigdurende wachten, speelt een belangrijke rol. Negen jaar wachten op een papiertje. Procedures als stroop, formulieren die verschijnen en verdwijnen, goodwill die niet verder reikt dan de deur en betuttelend kinderachtige maniertjes waarop IND-medewerkers en andere ambtenaren met asielzoekers omgaan, het staat er allemaal in.
Voor straf iemand in de hoek zetten is voor veel van de beschreven ambtenaren en beproefde correctiemethode. Niet alleen als iemand "stout" is geweest, want op echt verkeerd gedrag staat zonder vorm van proces een aantal dagen celstraf. Voor straf uren in de hoek staan is in de AZC's van begin deze eeuw bedoeld voor volwassen mensen die ongeduldig zijn, of voor mensen die niet op tijd op hun afspraak verschijnen, of voor mensen die niet de juiste papieren meebrengen naar een afspraak, of voor mensen die er niet meer tegen kunnen en hun emoties uiten. En laat ik nou denken dat die strafhoek al sinds de jaren 70 was afgeschaft in Nederland. In het onderwijs heb ik het sindsdien niet meer meegemaakt, en in de jaren dat ik bij de buitenschoolse opvang werkte was iemand in de hoek zetten een teken van onmacht van jou als leidinggevende. Als je dat deed, kon je er donder op zeggen dat je bij de baas op het matje moest komen en een negatieve beoordeling kon verwachten. Maar blijkbaar loopt IND-personeel nog een beetje achter bij die ontwikkelingen.

Verschraald
Zoals gezegd is dit hele verhaal inmiddels al een aantal jaren oud, maar sindsdien is de situatie er niet beter op geworden. Met de huidige bed-bad-broodregeling is de opvang een flink stuk verschraald, daarnaast is de publieke opinie intussen ook ijzig koud geworden. Ik ben nu zelf vrijwilliger bij een educatieproject voor vluchtelingen in de tijdelijke opvang en ik word soms koud als ik hoor en zie hoe er door de buitenwereld op "mijn" mensen gereageerd wordt.
Iedereen die zo de mond vol heeft van profiteurs en gelukzoekers zou eigenlijk dit boek eens moeten lezen. En geloof me: de huidige werkelijkheid is soms nog veel schrijnender.

Humor
Maar het is niet een en al triestheid in dit boek. In de passages waarop Al Galidi ons, Nederlanders, fileert en onder de loep legt zit ook een bepaalde humor. Onze manier van communiceren, onze normen, onze gewoontes, het komt allemaal aan de beurt. Zoals asielzoeker Firaas het beschrijft:
‘Ik zei dat ik een probleem had, maar dat ik niet wist of ik erover mocht vertellen. Ik gebruikte expres het woord mocht, want Nederlanders zijn trots als je iets vraagt en het woord mogen gebruikt. Dat geeft ze een goed gevoel. Haha. Ach, hoe blij is de Hollander als je een vraag stelt die begint met ‘mag’. Dan heeft hij het gevoel dat hij kan beslissen of je suiker of melk in de koffie gebruikt. Of televisie kijkt. Of weet ik veel wat voor onzin.’ (p. 326)

‘Als je weet hoe je serieus en met veel emotie met de Nederlanders praat, neuk je niet alleen de moeder en de dochter, maar ook de hele sociale dienst,’ zei Firaas. (p. 327)

En bij monde van Semmier: 
Laat de Hollander zelf bedenken wat je nodig hebt. Dan doet hij zijn best om het voor je te regelen en heeft hij het gevoel dat hij jou gered heeft. Dat hij het heeft opgelost voor jou. Als je hem vertelt wat je wilt, dan wordt hij geïrriteerd dat hij voor jou werk moet doen en twijfelt hij of je eerlijk bent of niet. 

Of wat te denken van drie Chinezen die met niemand contact hebben. Bij toeval ontdekken de andere asielzoekers dat twee van de drie mannen verdwenen zijn. De overgebleven Chinees meldt zich keurig elke dag zoals dat hoort, gaat zich daarna omkleden en meldt zich als nummer twee, waarna hij even later dat kunstje nogmaals flikt. Dat gaat zo een lange tijd goed en niemand van het personeel heeft het in de gaten. 

Zwakke plekken
Nederlanders denken dat we het allemaal zo goed weten. Onze norm is dé norm, wij zijn geciviliseerd, wij martelen niet, wij zijn van de eerlijke processen, wij hebben het prima voor elkaar, wij weten hoe het moet en wij weten vooral hoe een ander het moet doen. 
Maar o wee. Al Galidi weet precies de zwakke plekken te duiden die wij in onze vooringenomenheid niet meer kunnen zien. Hij beschrijft hoe onze regeltjes, het muggenziften en traineren soms slopender zijn dan het beulswerk in de martelkamers die wij zo verfoeien. Hij laat zien dat wij ons hele bestaan hebben opgebouwd rond afspraken die voor ons logisch zijn, maar die dat niet zijn voor mensen uit een ander deel van de wereld. Onze betweterigheid, onze vooroordelen en de manier waarop wij van asielzoekers tweederangs burgers hebben gemaakt, Al Galidi fileert het allemaal messcherp. Alleen al wat dat betreft is dit boek een aanrader voor iedereen. 

Beeldend
In de Arabische- en trouwens ook de Perzische literatuur val ik vaak voor het beeldende, het poëtische. Zelfs als je het verhaal niet zou begrijpen, of als het je niet zou interesseren, zijn de beschrijvingen vaak een genot om te lezen. 
Dat mis ik een beetje in dit boek. Het is met Hollandse nuchterheid geschreven en maar af en toe komt er een pareltje aan beeldspraak voorbij. Uit interviews met Al Galidi begreep ik dat zijn voorgaande werk heel anders is dan Hoe ik talent voor het leven kreeg. Ik voel nu dus een dringende noodzaak om me daar ook eens in te verdiepen, ik vermoed dat ik daar heel blij van word. 

Als er iets is dat mij in dit boek vooral opviel, is het dat Al Galidi grosso modo positief blijft. Zoals ik in het begin al zei, is het hele verhaal als je het goed tot je door laat dringen één grote absurdistische nachtmerrie waar geen ontsnapping uit mogelijk is. Maar toch blijft Al Galidi overeind. Wat er ook gebeurt, er blijft altijd een bepaalde onderkoelde vorm van humor in zijn verhaal. Natuurlijk is hij kritisch, natuurlijk geeft hij af op heel veel dingen die gewoon niet deugen in het systeem. Natuurlijk heeft hij inzinkingen, behoorlijk zware soms. En hij niet alleen, in de 9 jaar dat Al Galidi in een AZC verblijft, zijn er meerdere medebewoners en soms zelfs goede vrienden die het niet langer volhielden en zelf een einde aan hun leven maakten. Maar hij houdt vol! 
Mezelf kennende weet ik niet of ik dit zo lang zou kunnen. Ooit zou ik in deze Kafaëske setting het punt bereiken waarop ik enorm depressief werd en er misschien ook wel uit zou stappen. En alleen daarom al maak ik vanaf deze plek een gigantisch diepe buiging voor meneer Rodaan Al Galidi. 



GELEZEN:
titel: Hoe ik talent voor het leven kreeg
genre: roman
publicatiedatum: 14 januari 2016
uitgever: Uitgeverij Jurgen Maas


Geen opmerkingen: