Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


woensdag 23 maart 2016

Een mooi verteld verhaal, dat niet overtuigt

A.F.Th. van der Heijden - De ochtendgave








Historische of actuele feiten spelen in alle boeken van Adri van der Heijden een rol, maar tot nu toe zijn het altijd feiten geweest die de laatste 50 jaar hebben plaatsvonden. Rond die echte gebeurtenissen verzon en verdichtte Van der Heijden een fictief verhaal. Dat konden nabije gebeurtenissen zijn, zoals de krakersrellen in Amsterdam, maar ze konden ook van de andere kant van de wereld komen, zoals de moord op Sharon Tate in 1969. Daarnaast schreef hij indrukwekkende boeken over tragische gebeurtenissen in zijn eigen leven, zoals de overlijdens van zijn ouders en van zijn enige zoon, Tonio. 

Met De ochtendgave heeft Van der Heijden voor het eerst een echte historische roman geschreven. Eigenlijk was het de bedoeling om een novelle te schrijven in het kader van het 330-jarige herdenking van de Vrede van Nijmegen in 2009. Maar hoe gaat dat... de schrijver raakte zo geïnspireerd dat hij méér wilde schrijven dan alleen de korte novelle die gepland was. En tijdens het schrijven van dat "méér" gebeurde het onbeschrijflijke: Tonio verongelukte. Hierdoor werd het hele plan op de lange baan geschoven. 

Maar uitstel is geen afstel. Afgelopen december lag De ochtendgave in de winkel. 
In dit boek verhaalt ik-verteller Caspar Sonmans als ooggetuige en betrokkene over drie belangrijke gebeurtenissen in de Nijmeegse geschiedenis: de bezetting van de stad door Franse troepen in 1672 (beter bekend als het Rampjaar), de Vrede van Nijmegen in 1678 en de onthoofding van burgemeester Willem Roukens in 1705. Laatstgenoemde gebeurtenis staat overigens los van de Franse bezetting, maar vormt aan het begin van het boek het decor waarin Caspar terugdenkt aan die dag in 1678 waarop volgens hem zijn leven is opgehouden. Sindsdien vegeteert hij alleen nog maar. 

Ochtendgave
Op de dag dat de Fransen de stad binnenvallen trouwt Caspar met zijn geliefde Sara. Direct na de huwelijksnacht verdwijnt ze, ze heeft niet eens haar traditioneel aangeboden cadeau voor de ochtend na het huwelijk -de ochtendgave- geopend. Een andere ochtendgave neemt ze wel mee: Caspar heeft haar heel vroeg deze morgen bezwangerd, waarna hij weer in slaap viel en zij verdween. De bezetters geloven niet dat Sara spoorloos is, daarom moet Caspar voor elke dag dat zij weg is een boete van ƒ 50,-- betalen aan de bevelhebber, markies Ezechiël Caloyanni. In die tijd was dat een godsvermogen. Sara keert niet terug, dus uiteindelijk gaat Caspar zelfs failliet aan deze boetes. Ruim negen maanden na de verdwijning wordt er een vondeling bij Caspar en zijn ouders gebracht. Hij heet Etiënne, maar de familie Sonmans noemt hem Putto. De familie vermoedt dat Putto de zoon van Sara en een Fransman is.

Zes jaar later zien we Caspar terug als secretaris van het gemeentebestuur. Regelmatig krijgt de gemeente gecodeerde berichten van een spionne, Caspar decodeert deze steeds. Hij heeft in de berichten allang het handschrift van Sara herkend. Uitvoerig lezen we over allerlei stappen in het vredesproces en de manieren waarop verschillende partijen de zaak traineren en proberen te rekken. Als dan uiteindelijk de vrede is getekend, krijgt Caspar een anonieme brief waarin hij de opdracht krijgt om tijdens de feestelijkheden naar een zijvleugel te gaan. Daar zal hij van de markies het fortuin 
terugkrijgen dat hij aan boetes heeft betaald. Caspar vindt er geen markies of geld, maar hij vindt wel Sara terug. Al die tijd was zij als maîtresse van de markies opgesloten in de Franse ambassade, waar zij ruimschoots de gelegenheid kreeg om te spioneren. Caloyanni was  zo uitgekookt dat hij Caspar liet betalen voor zijn verdwenen vrouw, terwijl hij zelf die vrouw gevangen hield. Sara vertelt Caspar dat hij toch echt de vader is van Putto. Daarop vluchten ze, waarbij Sara wordt doodgeschoten door Caloyanni. Caspar vindt dat op dat moment zijn leven ook opgehouden is.

Het verhaal gaat weer terug naar 1705. Putto is inmiddels arts geworden. Hij zoekt zijn vader op na de terechtstelling van burgemeester Roukens en onderzoekt hem, zijn vader heeft namelijk wat oude-mannen-klachten. Tijdens het onderzoek ontdekt Putto een genetische overeenkomst tussen zichzelf en Caspar en hiermee geeft hij zekerheid aan Caspar dat het verhaal van Sara klopt: Putto is inderdaad Caspars zoon.

Rafels
Waar het grootste deel van het boek mooi traag wordt verteld, lijkt de schrijver op het einde opeens de zaak snel-snel af te willen raffelen. Veel vragen beantwoordt hij daarbij alsnog, toch heb ik er geen vrede mee. 
In heb lang niet alles gelezen uit het omvangrijke oeuvre van Van der Heijden, maar bij de boeken die ik wel las had ik nooit het idee gehad dat het verhaal niet af was, zoals bij dit boek. En daarmee doel ik niet op een open einde, maar op allerlei losse rafels in het verhaal en de vragen die deze rafels bij me oproepen. Ik noem er enkele, in willekeurige volgorde:
- Caspar is in de begintijd van zijn huwelijk naarstig op zoek geweest naar Sara. Als het verhaal dan ineens zes jaar verder springt en ik lees dat Caspar weet dat Sara de brieven aan de gemeente schrijft, vraag ik me af waarom hij daar niets mee doet. Er zijn allerlei redenen waarom hij zou kunnen besluiten om haar niet opnieuw te gaan zoeken, maar wij lezen daar helemaal niets over. We weten zelfs niet of het idee ooit door zijn hoofd heeft gespeeld. 
- Sara's eerdere verloofde, Hendrik Stompioen, werd door de beul met handschoenen aan gewurgd omdat hij een onuitsprekelijke misdaad had gedaan. Daardoor was hij 'onaanraakbaar' geworden, zelfs een zwaard zou niet bezoedeld mogen worden met zijn bloed. Helemaal in het begin van het boek denkt Caspar hieraan, later in het verhaal komt het terloops nog eens terug. Maar wie was die Hendrik? Wat heeft hij gedaan? En vooral: wat voegt het toe aan dit verhaal?
Even dacht ik nog aan sodomie (homofilie), maar dat kan het niet zijn. Elders in het boek staat namelijk dat Caloyanni een van zijn medewerkers ergens in die zes niet beschreven, tussenliggende jaren opdracht heeft gegeven om Caspar te verkrachten. Dit is ook gebeurd, waarna Caspar zich vooral schaamde, meer niet.
- Wie schreef de anonieme brief die Caspar naar de zijvleugel dirigeerde waar hij Sara vond? Caspar weet zeker dat het handschrift niet van Sara of Caloyanni is, maar wie zit er dan achter? En waarom? 
- Waarom geeft burgemeester Roukens enkele minuten voor zijn onthoofding de gouden knopen van zijn hemd aan Caspar? Wat doet Caspar ermee? Heeft dit verder nog ergens betekenis in het verhaal? 
Zo zijn er nog wel meer rafeltjes en rafels. Er zijn er zó veel dat het opvalt en ik met een onbevredigd gevoel blijf zitten.

Ik blijf maar vergelijken met eerder werk dat ik las van Van der Heijden. Ik kan me de boeken niet meer tot in detail allemaal voor de geest halen, maar het algemene gevoel was dat de personages voor me gingen leven, dat ze me in veel gevallen zelfs onder de huid kropen. En dat heb ik nu niet. Dat komt niet door de enscenering, want bij heel andere historische romans heb ik hier geen last van. Het komt vooral omdat de personages vaak maar summier zijn uitgewerkt. Wat mensen voelen en denken, wat hun drijfveren zijn, dáár gaat het om. En dat mis ik in dit boek vaak. 

Stijl
Dat onbevredigende gevoel doet weliswaar wat afbreuk aan het totaal, maar er zijn beslist ook hoogtepunten die dit boek wel het lezen waard maken. De stijl van Van der Heijden -scherp en gedetailleerd, soms bloemrijk breed uitgesponnen, dan weer gedragen en plechtig- past uitstekend bij de tijd die hij beschrijft. Het past er in ieder geval beter bij dan bij de huidige, jachtige tijd waarin andere boeken van hem spelen. Van der Heijden schrijft plastisch en beeldend, met een enorme vocabulaire waardoor alledaagse dingen soms veel poëtischer of speelser, maar ook smeriger of drekkiger kunnen klinken. En zo komt het dat ik in De ochtendgave ineens iets zie dat me eerder nooit is opgevallen: dit taalgebruik doet me soms denken aan werk van Jan Wolkers dat ook zo aards, plastisch en beeldend kan zijn. 



GELEZEN:
titel: De ochtendgave
genre: roman
publicatiedatum: december 2015
uitgever: De Bezige Bij

Geen opmerkingen: