Het
Damesleesmuseum, literatuur op de lange termijn
DIE GEUR! Op het moment dat de deur van de benedenzaal voor ons opengaat weet
ik het: zo ruikt mijn Walhalla! Nou, vooruit, versgebakken brood maakt ook een
goede kans, maar wat ik nu ruik is een van de lekkerste geuren die ik ken: heel
oud papier, inkt en stof. "Boekenwurmenlucht", noemde een
vriendin dat ooit.
Wat ik hier nu ruik geeft me visioenen van vroeger. Opgekruld in een stoel
naast de kachel. Boek op schoot, theepot onder handbereik en zonder dat ik het weet
is er opeens een dag voorbij. Of misschien wel een week. En zonder uit mijn
stoel te komen heb ik bergen beklommen, werelden veroverd, de mooiste steden
bezocht, interessante mensen ontmoet, diepe emoties gevoeld en vooral:
gelezen.
Samen met Jenny, Johanna, Yolanda en Charlotte van
boekbloggersclub Een perfecte dag voor literatuur ben ik op bezoek in
het Damesleesmuseum in Den Haag. Tot voor kort had ik hier nog nooit van
gehoord, toevallig werden wij er op gewezen toen we naar een expositie in het
Letterkundig museum wilden gaan (daarover binnenkort meer). Maar wat een
pareltje is dit, wat een ontdekking! Echt, wie van lezen houdt moet hier
beslist ooit een kijkje gaan nemen.
Bibliotheek
Het
Damesleesmuseum is meer een bibliotheek dan een museum, maar toen het in 1894
werd opgericht, was een museum niet alleen een instituut om dingen te bewaren,
maar ook om er actief mee bezig te zijn. "Jongedames wilden in die tijd
ook graag goede boeken lezen. Er was geen openbare bibliotheek. Er waren wel
leesgenootschappen, maar die waren alleen toegankelijk voor mannen. En in
particuliere bibliotheken waren mannen ook de baas, zij bepaalden welke boeken
geschikt zouden zijn voor hun vrouw of dochters. Dus richtten de dames een
vereniging op. Ze betaalden een contributie van ƒ 3,-- per maand, daarvoor
werden boeken gekocht." Aan het woord is Alice van Breen, een van de drie
bibliothecarissen van het Damesleesmuseum.
Ze legt uit hoe het de vereniging in de beginjaren verging, hoe het ledental en de
collectie zich steeds verder uitbreidden en de huisvesting evenredig
meegroeide.
"Hier is een foto uit 1905, toen konden de dames zich al
personeel veroorloven, zoals een huishoudster en "the groom" die de
fietsen voor de dames achterom in de tuin zette en die ook bestelde boeken rondbracht." De
club werd groter en het karakter veranderde, het werd een damessociëteit
waar men dagelijks uitgebreid kon lunchen en waar bridgedrives werden gehouden.
Het Damesleesmuseum groeide en groeide en ging zelfs echt op sjiek toen het een
pand op de Lange Vijverberg betrok, aan de Hofvijver.
Mannen
In
de oorlog confisqueerden de Duitsers het pand en de collectie raakte
verspreid. Dankzij het stempel voorin elk boek kwamen na de oorlog veel boeken
terug, zelfs vanuit Rusland, desondanks is er toch een deel verloren gegaan. Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw is het museum in het
huidige pand gevestigd, aan het Nassauplein. En hoewel het nog steeds Damesleesmuseum heet en het merendeel van de leden ook vrouw is, worden mannen niet meer geweerd. "Inhoudelijk hebben wij ook geen speciale vrouwenboeken. We hebben gewoon goede boeken."
"Verder zijn wij er heel erg trots
op dat we geen cent subsidie krijgen", vult onze gastvrouw aan. "Het
hele museum bekostigen wij uit de verhuur van de bovenste verdieping van dit
pand, de contributies van de leden en de giften. Nieuwe leden zijn uiteraard altijd
welkom! Verder werken we hier uitsluitend met vrijwilligers, op dit moment zijn
dat er tachtig."
Selectie
Zoveel? Ja. De meesten werken in een van de commissies. Zo is er een
uitleencommissie, een kaftcommissie, een restauratiecommissie, een
kastcommissie die voor onderhoud en uitbreiding van de boekenkasten zorgt
enzovoorts. De aankoop van de boeken is werk voor de drie bibliothecarissen.
Zij maken maandelijks een selectie uit alle nieuw uitgebrachte boeken, waarbij ze zich baseren op recensies uit kwaliteitskranten. "Je vindt bij ons geen
kook- of tuinboeken, geen jeugdboeken, geen eendagsvliegen, geen actualiteiten
die over vijf jaar door iedereen vergeten zijn. Tegenwoordig kopen we ook geen
poëzie meer, daar is te weinig vraag naar. Wat we wel kopen zijn boeken waarvan
wij denken dat ze een blijvende meerwaarde hebben. Qua genre zijn het meestal
romans, (auto)biografieën en essays."
De
voorselectie van de bibliothecarissen gaat naar de leescommissie. Vijfentwintig
vrijwilligers lezen en beoordelen de boeken, waarna er maandelijks tien net uitgebrachte Nederlandse-, tien Engelse-, en vijf Franse- en Duitse boeken worden
aangekocht. Van heel veel boeken heeft het museum dus een eerste druk.
Wat heel bijzonder is, is de manier van catalogiseren. Ooit begon het met het
nummeren van de boeken. De eerste aankoop was nummer 1, de tweede nummer 2,
enz. Daarnaast was de aanduiding A voor Nederlands, B voor Frans
-toentertijd de taal die alle voorname families spraken, C voor Engels en D voor
Duits. Aangezien er maar zelden boeken worden afgeschreven en de collectie alleen
maar groeit, krijgt de nieuwste Nederlandstalige aankoop van deze maand A12507.
Zo, toe maar. Hoeveel boeken zijn er nu dan in totaal? Een exact aantal horen we niet, maar toen twee jaar geleden de administratie gedigitaliseerd werd, zijn de dames een jaar bezig geweest om 33.000 barcodestickers in de boeken te plakken.
Op chronologische nummering staan de boeken ook in de kasten. Met enige kennis van literatuurgeschiedenis, of anders met een goede kaartenbak -tegenwoordig met de
computer- is op deze manier toch vrij snel een bepaald boek te vinden.
Sprakeloos
Worden alle oude boeken bewaard? En ook nog gelezen? Ongelovig kijken wij
elkaar aan. Echt?
Alice van Breen neemt ons mee naar beneden, waar de oudste
boeken bewaard worden. En dáár, in die kamer, vinden wij ons Walhalla. Die
geur! Die boeken! Langs alle wanden vind je ze in dubbele rijen in de diepe kasten, midden in de kamer staan ook nog twee helemaal gevulde dubbelzijdige kasten. Alle boeken zijn gestoken in bruin
kaftpapier, waarop met pen en inkt de gegevens staan vermeld. Nee, witte
handschoentjes zijn hier niet nodig. Je mag gewoon een boek uit de kast pakken
en doorbladeren. Sterker nog: als je lid bent van het museum, mag je dit boek
drie weken mee naar huis nemen. We zijn sprakeloos. Yolanda neemt heel voorzichtig
een boek van Henriëtte Roland Holst ter hand. "Waar je maar heel erg blij
van kan worden", stamelt ze. "Hier ben ik op afgestudeerd."
Nassauplein
15, 2585 EB Den Haag
Lid
worden kost € 40,-- per jaar
Een
rondleiding op afspraak kost, inclusief koffie of thee, € 5,-- per persoon
Zo, toe maar. Hoeveel boeken zijn er nu dan in totaal? Een exact aantal horen we niet, maar toen twee jaar geleden de administratie gedigitaliseerd werd, zijn de dames een jaar bezig geweest om 33.000 barcodestickers in de boeken te plakken.
Op chronologische nummering staan de boeken ook in de kasten. Met enige kennis van literatuurgeschiedenis, of anders met een goede kaartenbak -tegenwoordig met de computer- is op deze manier toch vrij snel een bepaald boek te vinden.
2 opmerkingen:
Geweldig :) Jammer dat ik niet op twee plekken tegelijk kon zijn, dus fijn dat ik via deze blog toch een beetje mee mag kijken!
Je kunt er altijd nog zelf een kijkje gaan nemen. Het is geen openbare gelegenheid, dus neem even contact op voor een afspraak (onder het rode woord Damesleesmuseum zit een link naar de site, daar vind je verdere contactgegevens)
Het is echt de moeite waard!
Een reactie posten