Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


dinsdag 26 mei 2015

Knödelwestern waardig opvolger van de spaghettivariant

Thomas Willmann - Het duistere dal






Ooit, lang geleden, volgde ik tijdens mijn opleiding journalistiek voor het vak taalbeheersing de module literair schrijven. De docent wilde ons laten voelen hoe je ergens spanning in kunt brengen zonder die spanning expliciet te benoemen. "Je moet het als lezer kunnen voelen, zonder dat je er de vinger op kunt leggen. Jullie leren van mij de techniek hoe je dat doet." Als voorbeeld liet hij ons de eerste, pakweg 20 minuten van Deliverance zien, de bekende cultfilm uit 1972. 

Ergens op een van de eerste bladzijden van Thomans Willmann's debuut Het duistere dal zag ik opeens die film weer voor me. Niet alleen trof me de overeenkomst van buitenstaander(s) die een gesloten en geïsoleerde gemeenschap bezoeken waar ze op een niet direct herleidbare vijandschap stuiten, het zat 'm ook in de manier waarop je meteen bij aanvang al de spanning voelt en hoe allerlei details deze spanning steeds verder opbouwen. 

Die herkenning trok me in het boek. 

Dat gaat -zoals gezegd- over iemand die een op zichzelf staande gemeenschap bezoekt, in dit geval ergens in Zuid-Duitsland of Oostenrijk. De gemeenschap woont volkomen geïsoleerd in een hooggelegen dal, een soort pan tussen de bergtoppen. Het dal is alleen in de zomer bereikbaar via een smal en onopvallend pad door een kloof. De bezoeker, Greider, is schilder. Op een dag rijdt hij op zijn muilezel het dal binnen, hij heeft zijn materialen bij zich en vraagt onderdak voor de winter. Hij wil in dit dal gaan tekenen en schilderen. De weduwe Grader en haar dochter kunnen Greider wel huisvesten.  
De kleine gemeenschap wordt gedomineerd door boer Brenner en zijn zonen. Brenner was degene die dit dal ooit ontdekte en zich er als eerste vestigde. Hij is de ongekroonde koning, zijn wil is wet. Hij is ook de enige die privileges uitdeelt en dan vooral aan zichzelf en zijn zonen. Zij zijn bijvoorbeeld de enigen die mogen jagen en een geweer mogen bezitten. 
Er zijn meer  dingen waaruit blijkt dat dit dal 'anders' is, zo valt het Greider bijvoorbeeld op dat er geen muziek is. Niemand zingt of bespeelt een instrument, maar waarom?
Het verhaal kabbelt lange tijd door. Intussen verongelukken binnen enkele weken twee van Brenners zonen, maar nog is er verder niets aan de hand, alleen bouwt die onderhuidse spanning langzaam verder op. In de eerste helft van het boek is alles traag. Heel traag. 
Pas op pagina 196 wordt de bron van de spanning nadrukkelijk genoemd. Vervolgens ontpopt Greider zich als een engel der wrake, hij heeft nog 110 pagina's vol geweld nodig om de rust weer in het dal terug te brengen en daarmee het verhaal af te ronden.

Spanning
Ik ging op zoek naar de bron van het onbehagen dat van meet af aan al uit het verhaal sprak, en vond deze zowel in details als in schrijfwijze. 
De lessen taalbeheersing kwamen weer bovendrijven. "Als je iets spannends wilt schrijven, is de eerste les dat je geen woorden als 'spannend' of 'eng' gebruikt."
De les ging over veel meer gevoelens die teksten op kunnen roepen, maar in dit artikel beperk ik me tot spannend en eng. 
"Als jij iets spannend of eng vindt, hoeft een lezer dat nog niet zo te vinden. Gebruik dus geen subjectieve bijvoeglijke naamwoorden, maar houd het concreet. Beschrijf in neutrale woorden wat je ziet, hoort, ruikt en proeft. Beschrijf waaróm dingen eng zijn, zonder dat woord te gebruiken. Als jouw beschrijving goed is, denk de lezer zelf wel 'Jakkes, wat akelig, wat eng'. 
Die beschrijvingen hoeven helemaal niet over het hoofdplot te gaan, juist de beschrijving van ogenschijnlijk niet-relevante zaken draagt bij aan de sfeer. Uit alle waarnemingen kies je precies degene die de sfeer benaderen die jij weer wilt geven. Schrijf filmisch, zorg dat de lezer het voor zijn ogen ziet gebeuren, hij moet het ruiken, hij moet het voelen. Jij beschrijft alleen maar nuchter wat je waarneemt, maar door de keuzes die je maakt stuur je heel subtiel de beleving van de lezer. En zonder ook maar één woord te gebruiken dat rechtstreeks refereert aan iets spannends, zit jouw lezer op het puntje van zijn stoel. Dán pas heb je het goed gedaan." 

In dit boek gebeurt niet anders. Als je op het achterplat al hebt gelezen: "Maar dan verongelukt de jongste zoon van de Brennerfamilie. Een tweede zoon wordt teruggevonden in de beek...." en als het boek vanaf de eerste pagina een soort suspense door het verhaal weeft, dan zullen beschrijvingen als de volgende -over de kruiswegstaties in het katholieke kerkje- de lezer alleen maar meer overtuigen dat er toch wel iets heel ergs aan zit te komen: 

(...) De enige verfraaiing behalve het altaar, waarvan het tabernakel met echt bladgoud was versierd, was een kruisweg van uit ruw hout gesneden afbeeldingen aan de zijwanden. Het hout van die platen was in de loop der jaren donkerder geworden op plaatsen waar de kunstenaar ooit lichte inkepingen en kerven had achtergelaten. En aangezien de ramen in het kerkje gering in aantal en smal waren, was het moeilijk om in het schemerige licht de voorstellingen van enige afstand te onderscheiden. Het werkstuk was eerder onbeholpen, waarschijnlijk was het iemand uit het dal geweest die geprobeerd had het lijden van de Heer met alledaags gereedschap in veertien stukken hout vast te leggen. Maar juist het ruwe karakter van het houtsnijwerk, de ongeslepen kanten ervan, lange, diepe voren en de soms op een gelukkige plaats verschijnende en toevallig een deel van de voorstelling vormende oneffenheden van het hout maakten op deze platen de ruwe bruutheid van het getoonde grijpbaar. Bij de kruisiging zelf leken de verwrongen spieren en pezen van de gefolterde ledematen, het van pijn vertrokken gezicht als het ware uit het hout te groeien, en in de handen en voeten van de uitgeputte Heiland had de onbekende kunstenaar met huiveringwekkende inspiratie echte kleine, kantige spijkertjes gedreven, die het hout als spleten gapende wonden hadden toegebracht. (...) (pag. 67)
Je ziet, het begint heel neutraal. Maar al lezend wordt de tekst steeds beklemmender. Als je deze tekst buiten de context plaats, is er weinig aan de hand. Maar het boek staat vol met dit soort stukjes, waardoor de spanning zich opstapelt. Ook valt het op dat de spanningsopbouw van dit fragment identiek is aan de spanningsopbouw van de grote verhaallijn.
Die kleine zijstapjes van het hoofdplot, die steeds beladener worden naarmate je verder leest, zie je op meer plaatsen terugkomen. Neem bijvoorbeeld het fragment van de koe die moet kalven, wat haar niet lukt 
(pag. 94-95). Uitvoerig beschrijft Willmann hoe na een aanvankelijk normaal begonnen bevalling de koe steeds meer problemen krijgt. Dan komt een van Brenners zonen, die zijn hand met daarin een mes binnenbrengt in de schede en baarmoeder van de koe, om zo het ongeboren kalf in stukken te snijden. De apotheose is de geboorte van het aan flarden gesneden kalf, dat een tweekoppig monstrum blijkt te zijn. Op zich is zo'n miskraam niet vreemd, op heel veel boerderijen wordt wel eens zo'n misvormde, niet levensvatbare vrucht geboren. Maar zoals gezegd gaat het om de manier waarop het beschreven is, over de context, de spanningsopbouw en over de herhaling.
Steeds opnieuw lees je zulke ogenschijnlijk onbetekenende zijsporen, die als enige functie hebben dat ze het verhaal steeds meer beladen maken.  

Indirecte rede
Ook de schrijfwijze noemde ik als bron van het onbehagen. Willmann schrijft heel afstandelijk, hij gebruikt bijna constant de indirecte rede. Daarmee omschrijft hij wat er gebeurt, hij beschrijft gesprekken en de handelingen van afstand. Bijna nergens maakt Willmann het direct en concreet. Voorbeeldje? Okay, op een willekeurig opengeslagen pagina (112):
Toen Greider in het huis van de weduwe Gader terugkwam, moest hij meteen verslag uitbrengen over de vreselijke gebeurtenissen.
Als dat in de directe reden had gestaan, had het zoiets kunnen zijn: 
"Oh Greider, wat fijn dat je terug bent. Wij maakten ons al ongerust. Vertel, wat is er gebeurd?" Weduwe Grader en haar dochter gaven Greider nauwelijks kans om te gaan zitten, ze wilden meteen alles van hem weten.
Wij zijn juist gewend dat suspense dicht op de huid is geschreven, ofwel op de manier van het tweede -directe- voorbeeld. Maar wat blijkt? Juist dat afstandelijke van de indirecte rede voelt ongemakkelijk, zeker in combinatie met de al eerder genoemde spanningsopbouw. Het geeft een heel unheimlich gevoel dat je niet echt kunt duiden. 
Die afstandelijke houding naar mensen komt bijvoorbeeld ook naar voren als je beseft dat nergens in het boek een voornaam staat. Alleen van de twee verliefde jongeren kennen we de voornamen, alle andere personages lijken uitsluitend een achternaam te hebben. Het onderscheid tussen de zonen van Brenner komt ook niet verder dan 'de jongste', 'de oudste', 'de jongste van de twee baarddragers', enzovoorts. Het zijn allemaal stilistische trucjes om de vervreemding verder uit te bouwen.

Ook valt het op dat Willmann wél zeer uitvoerig en gedetailleerd zaken uit de omgeving beschrijft. Zelfs het toegepaste geweld brengt hij plastisch en expliciet in beeld. Daar staat tegenover dat hij het normale menselijke contact juist in veel algemenere termen beschrijft. Bijvoorbeeld (en nu parafraseer ik): De hele avond brachten ze door met een verdere kennismaking tussen beide families en de onderhandelingen over het huwelijk... Tussendoor gebeurde nog.... Halverwege de avond kwam die of die nog langs, die vertelde dat... Die avond ging iedereen pas na middernacht slapen. Daarmee lees je in hooguit een halve pagina alleen maar OVER wat er gebeurd was, maar nergens voel je je als toeschouwer aanwezig in het verhaal. Terwijl de manier waarop Willmann bijvoorbeeld een landschap beschrijft, juist wél maakt dat ik het voor me zie. Die combinatie geeft een vervreemdend effect. Niet de beschrijving op zich, maar juist die distantie brengt de spanning ook weer naar een hoger niveau.
 

Die indirecte rede, het vormelijke en archaïsche taalgebruik, het gebruik van alleen maar achternamen, het verwijst ook allemaal naar de tijd waarin het verhaal speelt. Lees auteurs uit eind 19e eeuw en je herkent de stijl meteen. Ik vind dit bijzonder, als hedendaagse auteurs over een historisch onderwerp schrijven zie je vaak dat ze hun hedendaags taalgebruik, hun moderne manier van denken en hun vrije manier van handelen maar moeilijk over kunnen zetten naar de mores uit de periode waarover hun boek gaat. Het nadeel van deze archaïsche vorm is dat je als lezer erin moet komen. Aanvankelijk lijkt het saai, totdat je beseft hoe essentieel deze schrijfwijze is om het boek beter in de tijd te plaatsen. Ik vind dat heel bijzonder.
Wat ik ook bijzonder vind is dat Thomas Willmann, muziekwetenschapper van professie, uitgerekend de muziek uit zijn boek bant, maar enorm veel literaire hulpmiddelen plus allerlei andere kunstvormen, stromingen, ideeën en wal al meer er soms haast ongemerkt wél in verweeft. Die veelzijdigheid belooft wat.


Knödelwestern
Mijn betoog begon ik met de vergelijking met de film Deliverance, maar al lezend ontdekte ik dat Willmann aan vele anderen ook schatplichtig is. Want al lezend proefde ik nog veel meer, van de sprookjes van Grimm (het Duitsland uit de 19e eeuw, de indirecte rede en de harde variant van boontje-komt-om-zijn-loontje), tot de Bijbel (de Verlosser die op een ezel Jeruzalem binnenrijdt), tot aan de zogenoemde spaghettiwesterns. Tijdens bepaalde scenes betrapte ik me er zelfs op dat ik muziek van Ennio Morricone in mijn hoofd had. Naarmate het verhaal vordert doen zowel het grove geweld, de oorsprong van de problemen, alsook de 'lonesome cowboy' die orde op zaken komt stellen, steeds meer aan deze Italiaanse westernfilms denken. Maar dan heeft dit boek wel de wortels in de Duitse Krimi's en niet in de nagesynchroniseerde cowboyfilms die jarenlang de Duitse tv teisterden.
Ergens las ik de term Alpenwestern, maar ik vind niet dat je een bergketen met pasta kunt vergelijken. Voor mij is Het duistere dal dan ook een Knödelwestern.
  
Al met al moet ik bekennen dat ik eigenlijk helemaal niet zo van dit type geweldsverhalen houd. Toch vind ik dat Willmann met zijn debuut zoveel bekwaamheid heeft getoond, dat dit boek mij bijzonder heeft geboeid. Ik ben heel benieuwd of hij ook in andere genres zo kundig kan schrijven. 

Het boek Das finstere Tal is onder dezelfde titel in 2014 in Duitsland verfilmd.


GELEZEN:
titel: Het duistere dal
auteur: Thomas Willmann
oorspronkelijke titel: Das finstere Tal (2010)
vertaling: Goverdien Hauth- Grubben
genre: roman
verschijnt: 28 mei 2015
uitgever: Meridiaan Uitgevers

Geen opmerkingen: