Ik blog nooit in opdracht, maar wel op verzoek. De meeste boeken die ik hier bespreek heb ik met zo'n verzoek gekregen van de uitgevers. Dat betekent niet dat
zij -of wie dan ook- enige invloed kunnen uitoefenen op de inhoud van dit blog. Ik blog gewoon zoals ik er zelf over denk.

Reacties? Graag! Ik stel het zeker op prijs als mensen de moeite nemen om te reageren.
Heb jij ook een weblog over boeken? Ik ben nieuwsgierig, dus laat gerust een linkje achter in jouw reactie.


woensdag 27 maart 2013

Hassnae Bouazza - Arabieren kijken, een alledaagse revolutie

(Een open brief aan Hassnae Bouazza in het kader van de blogtournee, georganiseerd door Not Just Any Book

genre: non-fictie
uitgever: AMBO
uitgegeven: januari 2013

Beste Hassnae,


Tjonge, wat een boek heb jij geschreven, zeg.
Toen mij enkele weken geleden werd gevraagd of ik mee wilde doen aan de blogtournee rond het verschijnen van jouw boek, was mijn eerste reactie: ja graag! Ik wilde jouw verhaal wel eens voorleggen aan enkele Marokkaanse en Turkse vriendinnen en kennissen, kijken hoe hun ervaringen waren en vervolgens een artikel schrijven over hún ervaringen, standpunten en ideeën.
Maar ja, die vervelende griepgolf kwam eroverheen. Intussen zat ik al in de selectie, maar ik was te ziek om een serieus gesprek met wie dan ook te voeren. “Geen nood, ik schrijf wel een open brief aan Hassnae”, mailde ik aan Not Just Any Book, de organisator van de blogtournee. “Dan kan ik haar meteen zeggen dat ze me wel erg overspoelt met namen van personen en televisieprogramma’s, die me allemaal niks zeggen. Dat leest lastig.” Op dat moment was ik ergens in een van de eerste hoofdstukken.
Ik werd zieker en het boek ging aan de kant, want met zoveel watten in mijn hoofd wist ik na een halve bladzijde al niet meer wat ik gelezen had. Afgelopen weekend lukte het pas om het boek uit te lezen.

En dáár zit nu mijn probleem. Want alles wat ik vooraf had bedacht, blijkt na lezing van jouw boek heel anders uit te pakken. De rijkheid aan de Arabische cultuur en het feit dat de meeste Arabieren zich verre houden van de oproerkraaiers die hier in het Westen steeds zo prominent in de spotlights staan, dat wist ik eigenlijk wel. Jouw boek gaf mij daarin vooral nog meer voorbeelden dan dat ik uit mijn eigen ervaring al had. Maar wat mij de ogen opende, was het systeem dat er achter onze Westerse anti-Islamisering zit en dat zoveel grootser en zoveel meer omvattend blijkt dan dat ik ooit besefte. Ik zocht de anti-Islamlobby vooral in de Wildershoek, maar het blijkt gewoon algemeen verbreid te zijn. Op dit moment ben ik volop bezig om voor mijzelf dingen op een rijtje te krijgen, tegelijkertijd wordt er nu van mij wel een blogbijdrage verwacht. Wat kan ik -zo midden in het proces- dan anders doen dan mijn eigen verhaal hier neerleggen en vertellen wat jouw boek bij mij teweegbracht?

Misschien is het goed om even uit te leggen in wat voor verhouding tot moslims ik ben opgevoed.
Ik groeide in de jaren zestig op in een volstrekt autochtone volkswijk van Eindhoven, waar langzaamaan verschillende andere culturen kwamen binnendruppelen. Dat ging in goede harmonie: de Marokkaanse gastarbeiders uit het pension verderop in de straat kwamen bij mijn vader -een ouderwetse melkboer die huis-aan-huis melk en melkproducten verkocht- hun boodschappen doen. Ze werden al gauw welkome gasten bij mij thuis. Wij wilden alles weten over hun land en over hun gezinnen die daar nog woonden. Maar ook over hun eten, hun gewoontes en noem maar op. Zij op hun beurt verwonderden zich over onze gebruiken. We communiceerden met een beperkte woordenschat, gebruikten handen en voeten en trokken de voorbeelden soms letterlijk uit de kast. Samen deelden we de humor, omdat we leerden om door elkaars bril naar onze eigen situatie te kijken.
Een typisch voorbeeld uit die tijd: een van onze Marokkaanse bezoekers wist via-via van een jonge Marokkaan die met een Nederlands meisje wilde trouwen, maar geen woonruimte kon vinden. Wij hadden toch een leegstaande noodwoning in onze tuin? Maar natuurlijk, die jongen was meteen welkom, hij was ons immers aanbevolen door een bekende. Dat meisje was een ander verhaal. Zij kwam uit een dorp 20 km verderop, mijn ouders kenden daar niemand. Wie was zij? Was het wel ‘goei volluk’? Dus reed mijn vader op een zondagmiddag naar dat dorp om bij de pastoor navraag te doen. Zo ging dat toen.
In diezelfde tijd kwamen er ook steeds meer Indonesische mensen bij ons over de vloer. Als erfenisje van de politionele acties sprak mijn vader vloeiend Maleis en hij was voor die Indonesiërs zo’n beetje ombudsman, sociaal raadsman en wegwijzer in de Nederlandse samenleving. Arabisch, Berber en Maleis klonken bij ons in huis door elkaar en wij -de kinderen- werden er vaak een beetje buiten gehouden, zodat we ook geen schuine mopjes of wat dan ook zouden horen. Alleen het woord onrein, dat leerde ik in alle talen als eerste kennen. 
Je merkt, Hassnae, dat ik nergens over Arabieren praat. Ik vind de groep daarvoor te groot en te divers. Ik ken heel wat Marokkaanse, Egyptische, Irakese en Iraanse mensen, maar de meeste contacten heb ik in de loop der jaren opgebouwd met Turkse en Indonesische moslims en zij voelen zich beslist geen Arabieren. Toch lopen ze als moslim wel tegen dezelfde algemeenheden aan als de Arabische gemeenschap.

Autochtoon, allochtoon, die termen bestonden in mijn jeugd nog niet, maar ook bij de begrippen zelf stond ik nooit stil. Ik groeide op, ging het huis uit en kreeg vrienden en vriendinnen met heel verschillende achtergronden. Bij henna-avond, Turkse bruiloft of iftarmaaltijd was ik net zo vanzelfsprekend te gast als dat zij bij mijn kerstdiner of paasbrunch aanschoven.
Maar tijden veranderen en in de maatschappij groeide de moslimhaat. Dat maakte mij zowel boos als verdrietig en ik moet eerlijk bekennen dat ik steeds meer mijn kop in het zand ben gaan steken. Ik kijk zelden nog tv en ik luister en lees ook niet verder als radio of krant ons weer overspoelen met geblaat over die verschrikkelijke moslims. Andersom geldt het ook: met een vroegere Turkse vriendin heb ik geen contact meer. Lange tijd gingen we heel open, vertrouwd en gezellig met elkaar om, maar nadat zij trouwde veranderde ze helemaal. Binnen de kortste keren was ze van top tot teen in het zwart ingepakt en was er niks meer goed in onze samenleving. Toen ik daar op een open en informerende wijze met haar over wilde praten, noemde ze mij ook één van die discriminerende Hollanders. Daar kan ik niks mee, dan houdt het voor mij dus ook op.
En zo sloot ik het kringetje om me heen en ging ik lekker met mijn kop in het zand gewoon verder met de dingen die ik deed, en met de mensen die ik mocht – ongeacht hun achtergronden. Soms liep ik nog wel eens tegen opruiende kretologie aan, maar die kon ik gemakkelijk terzijde leggen. I’m a deaf, dumb and blind kid. 
Ik was hierin niet alleen, zoveel mensen om mij heen kijken niet meer naar wat er ver weg gebeurt, maar houden zich liever bezig met de kleine kring om hen heen, waarin het niet meer uitmaakt of je moslim, christen of wat dan ook bent. Ik ben er ook van overtuigd dat naast die heel grote groep anti-Islamisten in Nederland ook nog steeds heel erg veel mensen wonen die er net zo over denken als ik. 

Maar goed, even terug naar mijn terugtrekkende beweging. Die ging zo sluipend dat ik het mezelf niet eens bewust was. Ja, natuurlijk wist ik wel dat ik die lastige dingen uit de weg ging, maar ik wenste er gewoon niet verder over na te denken. Er is al ellende genoeg op de wereld en ik weet van mezelf dat ik me dit soort zaken zó aantrek, dat ik er alleen maar verlammend depressief van kan worden en dat wil ik niet. Dus wentelde ik me nog maar eens om in mijn coconnetje.

Totdat ik jouw boek las.

Het eerste dat me tijdens het lezen opkwam, was dat je vreselijk voor eigen parochie preekt. Want wie leest dit boek nou? De mensen die openstaan en interesse tonen, weten het eigenlijk al. En de mensen die zich enorm afzetten tegen moslims zullen dit boek nooit inkijken, hooguit gebruiken ze het als stok om nog harder te kunnen slaan. Dus hoe zou je deze boodschap dan beter kunnen uitdragen?
Het leek mij aanvankelijk nogal voor de hand liggend: zoek een goede Arabische soap, die ook voor de Hollandse Henk en Ingrid veel herkenningspunten heeft maar tegelijkertijd duidelijk in een Arabische cultuur speelt. Zo’n soap maakt spelenderwijs duidelijk wat alle praatprogramma’s en geschreven publicaties niet zal lukken: die Arabieren zijn net gewone mensen. Nee, het ZIJN gewone mensen. 

Zoek een omroep met een behoorlijk groot kijkerspubliek en ga daar lobbyen om die soap uitgezonden te krijgen. Geen allochtonenkanaal dat alleen op de lage-kijkcijfer-uren uitzendt, maar pak echt groots uit op prime-time. Met jouw connecties in Hilversum moet dat lukken, dacht ik nog in mijn onnozelheid.

Let vooral op dat laatste, die onnozelheid. Want verder lezend besefte ik steeds meer dat ik echt jarenlang in een coconnetje heb gezeten. Het probleem is zoveel complexer en allesomvattender dan ik ooit had gedacht en de oplossing is zo mogelijk nóg complexer. Tegelijkertijd vraag ik me af of we voor het echte probleem dat hieronder zit wel ooit een oplossing kunnen vinden. Want onder de moslimhaat zit nog iets heel anders. In het gedeelte van de Bijbel dat jullie ook kennen, wordt al gesproken over de zondebok: een bokje waarop iedereen zijn zonden en schulden kan laden, waarna het de woestijn wordt ingestuurd. Zo, daar zijn we vanaf, dan hoeven we nu niemand meer ergens de schuld van te geven en kunnen we allemaal met een schone lei verder. Is het niet eigen aan mensen om de oorzaak van tegenslag en rampspoed ergens neer te leggen, waardoor je er zelf vanaf bent en je jouw handen in onschuld kunt wassen? Dat is wat we eeuwenlang deden met Joden, Roma en Sinti. Sinds ene A. Hitler ons “van dat probleem heeft afgeholpen” en de laatst overgebleven nazaten van zijn slachtoffers in aantal te klein zijn geworden om voor zondebok te spelen, is de westerse wereld naarstig op zoek gegaan naar een nieuwe bok. Ik ben bang dat dit een patroon is dat zó zit ingebakken in onze collectieve natuur, dat dit moeilijk te doorbreken is. Als individu weten we beter, maar o wee, zodra we een massa worden. Groepsdenken is per definitie anders dan individueel bewustzijn.
Want stel je nou voor dat de moslimhaat op een of andere manier gekeerd kan worden, wat dan? Het zou mij niet verwonderen als dan de Chinezen aan de beurt zijn. Die dreigen met hun booming economie de wereld te veroveren en… o jee, nu ga ik bijna munitie bedenken om de volgende groep tot zondebok te bombarderen. Het moet niet gekker worden.

Nee Hassnae, om even terug te komen bij jouw boek: dankjewel voor het openen van mijn stijf toegeknepen ogen. Wat ik ermee ga doen weet ik nog niet. Ik denk wel dat ik er nog veel over zal nadenken en over zal praten met autochtone en allochtone -om die woorden dan toch maar een keer te gebruiken- vrienden en collega’s . En verder….? Ik weet het nog niet. Ik hoop wel van harte dat jouw boek dit effect ook heeft bij anderen. De vraag blijft alleen hoe deze boodschap ooit de mensen kan bereiken waarvoor hij eigenlijk bedoeld is, de mensen die de hakken stevig in het zand hebben staan.

Met vriendelijke groet,
Manjo van Boxtel.


PS. Ik zou het bijna vergeten te vermelden, maar jouw boek heeft ook pareltjes aan taalvondsten. Oogsnoepjes is wat mij betreft misschien wel de mooiste. Dat woord geeft zo kernachtig een begrip weer waar we tot nu in Nederland geen woord voor hadden. Als het aan mij ligt, komt het dit jaar nog in de top 10 van nieuwe Nederlandse woorden.

-----------------------------------------


Dit was de 10e bijdrage in de blogtournee rond de verschijning van het boek 'Arabieren kijken'. Deze blogtournee startte op 18 maart en is te vinden op: 

Ma 18 > hassnaebouazza.nl
Di 19 > petepel.nl
Wo 20 > koperentuin.nl
Do 21 > sargasso.nl
Vrij 22 > jacobjanvoerman.nl
Za 23 > boekenbijlage.nl
Zo 24 > religionresearch.org en bonusblog petepel.nl
Ma 25 > caroliengeurtsen.nl
Di 26 > republiekallochtonie.nl
Wo 27 > geschrevengoed.blogspot.nl
Do 28 > pinkbullets.nl
Vrij 29 > ruudketelaar.wordpress.com

1 opmerking:

Carolien Geurtsen zei

Ik heb met opzet ,als ik de tijd al gehad zou hebben, van te voren geen van de bijdrages over het boek van Hassnae gelezen en vind het nu uiterst plezierig om daar zowel de rust voor te hebben als de tijd te nemen. Met veel genoegen heb ik jouw invalshoek gelezen... bijzonder ook dat jij juist weer een Turks iemand kent die zich later letterlijk en figuurlijk gesloten heeft. Boeiend ook dat vroger thuis iedereen bij jullie zo welkom was, zo heb ik het weer ervaren bij mijn Turkse schoonfamilie ;-)
en ondertussen heb ik jou gevonden en lees ik je verder.

Harte groet,
Carolien